Over het ontwikkelen van een Covid-19 vaccin

22 oktober 2020

Jan Plasse is al vele jaren lid van de PvdA in Castricum.  Hij is analytisch chemicus en werkt in Leiden bij het farmaceutisch bedrijf Janssen, dat onderdeel uitmaakt van Johnson en Johnson. In dit bedrijf wordt een covid-19 vaccin ontwikkeld. Bestuurslid Ankie Dil interviewde hem over dit werk.

Op de vraag of de procedure om dit vaccin te ontwikkelen versneld is vanwege de maatschappelijke urgentie zegt Jan:”Normaal wordt een medicijn ontwikkeld in 12 stappen. Bij de meeste vaccins is er echter sprake van “emergencysupply”, dat wil zeggen dat er haast is om te produceren. De stappen 1 t/m 6 mogen dan worden dan overgeslagen”.

De taak van Jan is om stabiliteit van een medicijn te meten, wereldwijd, dat wil zeggen wat is de houdbaarheid van het medicijn. In deze fase bevindt het covid-19 vaccin zich nu. De verwachting is dat het vaccin in juni 2021 beschikbaar is voor kwetsbare groepen. Daarna wordt het uitgerold over de gehele bevolking.

Het vaccin wordt door verschillende bedrijven ontwikkeld. Dit is ook nodig omdat er een enorme hoeveelheid beschikbaar moet zijn voor de totale wereldbevolking. Tussen de verschillende ontwikkelaars is er wel sprake van een zekere samenwerking maar ook is er concurrentie. Ieder wil als eerste het vaccin produceren, maar het moet ook een goed en veilig vaccin zijn. Amerika loopt vooruit, omdat de wetgeving in Amerika klinische onderzoeken eerder mogelijk maken. In Amerika wordt een nieuw product ook sneller gekeurd door de FDA (Food and Drug Adminstration). In Europa verricht de European Medicin Agency (EMA) de controle op nieuwe producten. Zij zijn trager en het duurt dus langer voordat een nieuw product is goedgekeurd. Onderling werken deze instanties niet samen.

Op de vraag of het covid-19 virus een uitzonderlijk virus is, vergeleken bij andere virussen, antwoordt Jan dat het een vervelend virus is omdat de verschijnselen overeenkomen met de griep. In het verleden heeft Janssen ook een vaccin tegen ebola ontwikkeld. Vergeleken met het ebolavirus is het covid-19 virus minder destructief. Aan ebola overlijden 40% van de bevolking, aan covid-19 is dat 0,8%.

Ook in het verleden hebben we ernstige pandemieën gehad. In 1918 heeft de Spaanse griep  voor de zomer 100.000 levens geëist, na de zomer zijn nog eens 100 miljoen mensen wereldwijd hieraan overleden. Toen had men nog geen weet van de noodzaak van hygiënemaatregelen. Ook in 2015 is er sprake geweest van een ernstige griep in Nederland. Normaal sterven er 3000 mensen door de griep, in het griep seizoen van 2014/2015 waren dat er 8000.

Jan vindt het vreemd dat de covid-19 maatregelen in Europa per land zo van elkaar verschillen. Het maakt het onduidelijk voor de burgers. Waarom in het ene land 1 meter afstand houden en in het andere land 2 meter. Het zou voor de hand liggen dat Europa daar met elkaar eenduidige afspraken over maakt. Het gedrag van mensen verschilt sterk. In Japan is het gebruikelijk dat je zelf een mondkapje draagt, als je verkouden bent, om de ander niet te besmetten.

Op de vraag wat Jan zelf merkt van de coronacrisis geeft hij aan dat hij qua werk er niet veel last van heeft. Hij heeft veel telefonische en digitale contacten. Binnen zijn team werken mensen uit België, India, Japan, Amerika. Hij hoort hoe verschillend er in deze landen omgegaan wordt met het virus. Hij werkt veel vanuit huis en mist dan zijn contacten met collega’s. Persoonlijk merkt hij veel veranderingen. Hij heeft een moeder van 93, die hij nu niet kan aanraken of zoenen. Zijzelf snapt dit niet goed. Het dringt niet echt tot haar door. Zelf vindt hij het wel spannend en hoopt hij dat hij het niet krijgt.

Naar de toekomst toe zal het thuiswerken doorzetten. “Ik denk dat ik nooit meer 5 dagen naar mijn werk ga”. Er zal een behoorlijke leegstand optreden in al die grote kantoorgebouwen. Jan verwacht dat de lock-down  ook een beperkte tijd houdbaar is, omdat het economisch niet meer te trekken is. Hij ziet dit in India gebeuren. De ziekte slaat daar hard toe, maar ieder is gewoon weer aan het werk. Er is geen draagvlak meer voor maatregelen. Dat is ook in Nederland zichtbaar. Weinig mensen in de supermarkt dragen mondkapjes en ook het eenrichtingsverkeer in drukke winkelstraten wordt niet opgevolgd.

Op de vraag wat de politiek, de PvdA aan de coronacrisis zal bijdragen is Jan sceptisch. Het klimaat is erg anti farmacie. “We worden als zakkenvullers gezien”. Terwijl in Nederland de uitgave voor geneesmiddelen het laagst is van alle rijke landen. Jan is nieuwsgierig of deze houding verandert, gezien de bijdrage die de farmaceutische bedrijven nu leveren aan het bestrijden van de crisis.

Ankie Dil