Hoe verder met de overweg Beverwijkerstraatweg?

23 februari 2024

De drukte op de spoorovergang Beverwijkerstraatweg blijft de gemeenteraad bezighouden. Moet er een tunnel komen of niet? Wat de PvdA en ook andere fracties betreft niet: het is te ontwrichtend. Maar er moet wel wat gebeuren. Aad Nijmeijer bespreekt het.

Door de bouwopgave van 6.300 woningen in de regio Noord-Holland Noord en de nieuwbouwplannen op de Zanderij zal het aantal verkeersbewegingen over de overwegen in ons dorp en de treinreizigers per uur langs ons dorp verder toenemen. Om de verwachte toename van het aantal treinreizigers op te vangen, wordt op het traject Amsterdam-Alkmaar het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) gefaseerd ingevoerd. Hiervoor worden geluidsmaatregelen getroffen, sporen aangepast en het station Uitgeest geheel uitgebreid en vernieuwd. Zoals de planning nu is, zal tegen 2040 een volledige PHS worden ingevoerd met naast de treinen naar Haarlem, 8 intercity’s per uur op de Zaanlijn Alkmaar-Amsterdam. Zie voor verdere informatie de website Alkmaar – Amsterdam | ProRail

Het probleem is dat de toename van het treinverkeer zorgt voor langere dichtligtijden van de overwegen, met de overweg Beverwijkerstraatweg als grootste knelpunt voor het doorgaande verkeer. Op de korte termijn moet dit worden opgevangen door de voorgenomen verkeersmaatregelen Dorpsstraat-Beverwijkerstraatweg, waardoor de doorstroming en daarmee ook de veiligheid moet worden verbeterd. Ook voor de middellange termijn vanaf 2030 met 6 intercity’s op de Zaanlijn, is door aangepaste lijnvoering de huidige overweg volgens ProRail nog toereikend.

Voor de lange termijn met 8 intercity’s op de Zaanlijn ziet ProRail en ook het college een centrumtunnel-oost als enige mogelijke oplossing om het knelpunt overweg Beverwijkerstraatweg op te lossen. Niet duidelijk is of alle mogelijke alternatieven door ProRail ook zijn onderzocht om zo’n zware ingreep in het dorpscentrum te voorkomen.

In de commissie van 25 januari jl. is het Raadsvoorstel besproken waarin gesteld wordt dat ‘invoering van het Programma Hoogfrequent Spoor op lange termijn met behoud van een gelijkvloerse kruising, op basis van de huidige onderzoeken niet mogelijk is’ en dat ‘de centrumtunnel Oost voor de langere termijn als optie dient te worden vastgehouden.’ In het Raadsvoorstel wordt tevens gevraagd ‘het college de ruimte te geven om in gesprek te blijven met het ministerie van I&W, ProRail, de provincie Noord Holland en de regio Alkmaar om een volwaardige dienstregeling Programma Hoog Frequent Spoor in de toekomst wel mogelijk te maken. Hierin neemt het college de rol in van constructieve gesprekspartner. De rol van de gemeente Castricum wordt nader uitgewerkt in een intentieovereenkomst met de samenwerkingspartners die ter besluitvorming aan de raad zal worden voorgelegd’.

In 2009 benoemde ProRail de overweg Beverwijkerstraatweg al als knelpunt voor de invoering van het programma Hoogfrequent spoor (PHS). Na bestuurlijk overleg met minister en provincie in 2011 werd dit probleem ook door Castricum erkend en moest er gewerkt worden aan een oplossing. Hierop volgde de eerste rapportage van Movares en informatieavonden over 18 varianten waaronder 6 tunnelvarianten die toen voor lagen. Als voorkeur werd in 2013 voor de korte tunnel Centrum Oostvariant gekozen met geschatte investeringskosten van 28,5 miljoen. Door uitstel van besluitvorming zijn we nu 15 jaar verder en ligt de tunnelvariant Centrum Oost als optie weer op tafel met een uitgerekend kostenplaatje van afgerond 129 miljoen. Het verschil van 100 miljoen is naast de inflatie het gevolg van de moeilijke inpasbaarheid in de beperkte ruimte die er is en veel hogere materiaal- en uitvoeringskosten.

In mijn vorige inzet over de korte- en middellange termijnmaatregelen overweg Beverwijkerstraatweg besloot ik met de conclusie dat voor de lange termijn een tunnel bij het station geen begaanbaar pad is en voor extra verkeersoverlast in het dorp zal zorgen. Met name het centrum met vooral de Stationsweg, Mient, Ruiterweg en Beatrixstraat zijn dan het kind van de rekening. De verkeersintensiteit zal volgens eerder onderzoek van Movaris uit 2012 hier met 50% groeien. Daarnaast zijn de kosten veel te hoog en is het niet goed inpasbaar in de beperkte ruimte die er is. Wij zijn als fractie dan ook tegen een centrumtunnel.

Uit de reactie van de insprekers in de commissie van 25 januari bleek ook eensgezind dat een maatschappelijk draagvlak voor een centrumtunnel ontbreekt. Bij zijn inzet presenteerde Dave van Ooijen zijn plan voor een aangepaste lijnvoering voor de lange termijn. Hierin liet hij zien dat zowel voor de middellange termijn (2030+) als voor de lange termijn (2040+) een ongelijkvloerse kruising niet noodzakelijk is, maar slechts een politieke keuze.

Bij de politieke behandeling in de commissie bleek dat ook een overgrote meerderheid van de Raad een centrumtunnel niet ziet zitten.

De spoorwegovergang Beverwijkerstraatweg, foto: rapport Movaris ’Quickscan Overweg Beverwijkerstraatweg

In overleg met Dave hadden wij een motie opgesteld met de overweging dat ‘maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak voor een centrumtunnel ontbreekt vanwege nadelige en ontwrichtende effecten hiervan op de kern Castricum’ en waarin wij het college oproepen ‘om in de voorgenomen intentieovereenkomst met ProRail ook onderzoek te laten opnemen naar een lijnvariant op de lange termijn, zonder dat daarvoor een ongelijkvloerse kruising noodzakelijk is.’

Voornaamste doel van de motie was ook om het college in haar overleg met het ministerie van I&W, ProRail, de provincie Noord Holland en de regio Alkmaar, een steun in de rug en alternatief voor een centrumtunnel mee te geven. Na een lichte aanpassing hadden wij samen met Forza, De Vrije Lijst en D’66 als mede indieners, op 8 februari de motie aan de Raad voorgelegd. Helaas kregen wij geen steun van de coalitiepartijen en werd de motie in meerderheid weggestemd.

In het kader van doelmatigheid moeten nut en noodzaak worden aangetoond maar vanwege de kosten en de maatschappelijk weerstand zullen de bestuurlijke partners eens hun knopen moeten tellen en naar alternatieven moeten kijken. Wij kijken uit naar de komende intentieovereenkomst tussen gemeente en de samenwerkingspartners waarin de rol van de gemeente Castricum nader is uitgewerkt en aan de raad zal worden voorgelegd.

Als uit verder onderzoek blijkt dat door toenemende mobiliteit een alternatieve lijnvoering op de lange termijn geen oplossing voor de overweg Beverwijkerstraatweg kan bieden, zal in overleg gezocht moeten worden naar een tweede ontsluiting van Castricum richting Heemskerk. Voorwaarde is dan wel dat het centrum van Castricum wat betreft de verkeersoverlast zal worden ontzien.

Aad Nijmeijer