5 januari 2024

Zoomers schaft rolstoeltoegankelijk toilet af

Zoomers schaft rolstoeltoegankelijk toilet af

Het rolstoeltoegankelijk toilet in strandpaviljoen Zoomers verdwijnt. Het paviljoen wordt op dit moment verplaatst en verbouwt. Het vernieuwde paviljoen krijgt een kleiner restaurant gedeelte, hotelkamers in de vorm van ‘strandhuisjes’. Volgens de eigenaar is er daarom geen ruimte meer voor een rolstoeltoegankelijk toilet.

De PvdA-fractie heeft vergeefs geprotesteerd tegen de gang van zaken. Het is onverteerbaar dat rolstoeltoegankelijkheid achteruitgaat in een gebouw dat wordt vernieuwd. Zoomers heeft bewust de toegankelijkheid voor bezoekers met een beperking opgeofferd. Het verslechteren van toegankelijkheid betekent dat bezoekers met een rolstoel door Zoomers worden gediscrimineerd. Ze kunnen er nog wel heen, maar ze kunnen er niet plassen. Dat drinkt niet zo prettig.

Gevraagd naar het waarom zegt een woordvoerder namens Zoomers: ‘Bezoekers met een rolstoel kunnen naar Club Zand of paviljoen Deining. Daar is wel en rolstoeltoegankelijk toilet”. Gek argument. Alle bezoekers kunnen ook naar Club Zand of Deining. Als Zoomers dat argument serieus neemt, kunnen ze eigenlijk sluiten.

De PvdA-fractie heeft, gealarmeerd door een rolstoeler die vaak naar het strand gaat, het gemeentebestuur vragen gesteld. Mag het wel wat Zoomers doet? Zegt het Bouwbesluit niet dat nieuwe gebouwen rolstoeltoegankelijk moeten zijn als ze voor publiek zijn opengesteld? Het strandhotel van Zoomers (bovenop het plateau) is helemaal nieuw, maar niet rolstoeltoegankelijk gemaakt.

Elk nieuwgebouwd restaurant met een oppervlakte van meer dan 150 vierkante meter moet volgens het Bouwbesluit verplicht een rolstoeltoegankelijke ingang en rolstoeltoegankelijk toilet hebben. Zoomers heeft een vloeroppervlakte (ook in de nieuwe versie) van meer dan 150 m2. Dus waarom verdwijnt dat toilet dan? Hoe kan het dat het gemeentebestuur daar vergunning voor geeft? Het antwoord blijkt onthutsend. Zoomers zet wel een nieuw gebouw neer, maar omdat er al een gebouw stond geldt het nieuwe gebouw niet als nieuw, maar als ‘verbouwd’ en dan geldt de verplichting niet volgens de gemeente.

Het gemeentebestuur heeft geen enkele moeite gedaan te letten op rolstoeltoegankelijkheid. Ook al zou de verplichting uit het Bouwbesluit formeel niet gelden, dan nog had de PvdA fractie verwacht dat de gemeente bij het verlenen van vergunning let op toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Het is een kwetsbare groep inwoners. Als de overheid niet voor hun belangen opkomt, wie doet het dan wel? De ondernemer doet het kennelijk niet uit zichzelf.

Het kan geen kwestie van kosten  zijn voor de ondernemer. Hoewel het bestemmingsplan het verbiedt, vond Lokaal Vitaal wethouder Roel Beems het goed dat Zoomers hotelkamers mag bouwen. De wethouder heeft een juridische truc uitgehaald om het bestemmingsplan te omzeilen door een tijdelijke vergunning voor de hotelkamers voor tien jaar af te geven op grond van wat juristen een ‘kruimelbepaling’ noemen. De rechtse meerderheid (Lokaal Vitaal, VVD, CDA, D66 en Forza) in de Castricumse gemeenteraad accepteerde die truc van de wethouder. Het stelt Zoomers in staat goed te verdienen aan die kamers die eigenlijk niet mogen van het bestemmingsplan. Had de wethouder in ruil voor die commerciële gunst niet op zijn minst kunnen eisen dat de toegankelijkheid voor mensen met een beperking wordt geregeld?

De fractie deed onlangs nog een voorstel om de toegankelijkheid in voorkomende  gevallen van nieuwbouw en verbouw structureel beter onder de aandacht te brengen. We hebben voorgesteld om de adviescommissie die nieuwe bouwwerken beoordeelt op onder meer ‘welstand” voortaan ook te laten adviseren over toegankelijkheid. Het zou erop neerkomen dat de commissie niet alleen de kleur van de bakstenen beoordeelt of de grootte van een dakkapel, maar ook zou kijken of de toegankelijkheid op een mooie manier zou worden geregeld. Zonder overigens nieuwe verplichtingen in te voeren. De commissie  zou simpelweg vragen: heb je eraan gedacht?

VVD wethouder Slettenhaar verwierp het idee. Zijn ambtenaar zei dat het technisch en juridisch goed mogelijk was, maar hij vond het wel ongebruikelijk om dat te regelen.  Jammer genoeg vond de rest van de gemeenteraad ‘ongebruikelijkheid’ een overtuigend argument dus rechts en links verwierp het idee. Voor vernieuwing van beleid moet je kennelijk niet in Castricum zijn.

Jose Smits